Het lijkt nog maar zo kort geleden dat
Europese landen over elkaar heen vielen om hulp te geven aan de Koerden. Er
kwamen wapens, andere voorraden en instructeurs om militaire trainingen te
geven. Dat was ook niet echt een wonder, want de Koerdische organisaties waren
de enige echte macht in het Midden Oosten die het opnam tegen de ISIS, en deze
fundamentalisten uiteindelijk versloeg. Weliswaar werd Europa tijdens deze
strijd geteisterd door aanslagen gepleegd door ISIS jihadisten, maar de meeste
landen waren te laf om op de grond echt iets tegen de ISIS terroristen te
ondernemen. Dus gaf men steun aan de Koerden om de kooltjes uit het vuur te
halen. Dat lijkt allemaal lang geleden, want Europa, hypocriet als altijd, ziet
de Koerden intussen al weer als vijanden. Een klein overzicht.
Toen Turkije Afrin aanviel gingen de
Koerden in heel veel landen de straat op. Ze protesteerden tegen de
oorlogsmisdaden van de Turkse staat, en vroegen de Europese landen om steun.
Maar de situatie was intussen veranderd, en in plaats van steun kregen de
Koerden opnieuw te maken met toenemende repressie. Vooral in Duitsland was dit
zichtbaar. Verschillende grote demonstraties werden door de politie aangevallen
of gestopt, omdat er posters of vlaggen met de foto van Abdullah Öcalan te zien
waren. Dit soort vlaggen is in Duitsland, een land dat zich een democratie
noemt, verboden. In Keulen mogen de Koerden intussen helemaal niet meer
demonstreren. De politie beweert dat men bang is voor gevechten met nationalistische
Turken, maar het is overduidelijk dat ook de obsessie met vlaggen een rol
speelt.
In andere Duitse steden zijn
demonstraties nog wel mogelijk, maar steeds opnieuw zijn er aanvallen door de
politie die hun vijandigheid niet onder stoelen of banken steken. Niet dat de
Koerdische beweging zich door dit soort intimiderend gedrag laat tegenhouden.
Afgelopen zaterdag nog demonstreerden duizenden Koerden in Berlijn. Van een
hoog flatgebouw was een gigantische poster van Abdullah Öcalan te zien. Maar de
houding van de autoriteiten leidt wel tot steeds meer spanningen. Overigens
zijn het niet alleen demonstraties die het moeten ontgelden. In Hamburg brak de
politie in bij een Koerdische vereniging omdat ze dachten dat er een Öcalan
vlag binnen hing. Zo ver gaat men intussen. De Koerdische organisaties overwegen
juridische stappen omdat de politie en andere autoriteiten het recht op
demonstratie schenden.
Ook in Nederland zijn er incidenten
geweest tijdens Koerdische demonstraties. Dit kwam vooral door de provocaties
van Turkse nationalisten, maar de politie trad vooral tegen de Koerden op en
liet de Turken ongemoeid. Dit soort voorvallen hebben we gezien in Amsterdam,
Den Haag en Utrecht. Ook op andere vlakken laat Europa zien dat men zich steeds
meer van de Koerden afkeert. Zo werd vorige week in Praag de voormalige
voorzitter van de PYD, Saleh Moslem, gearresteerd. Dit gebeurde op verzoek van
Turkije dat om zijn uitlevering vroeg. Zo als gebruikelijk hadden de Turken hun
papieren weer niet op orde, en na een paar dagen werd Saleh Moslem weer
vrijgelaten. Dat was natuurlijk een overwinning, maar het geeft wel aan dat
Europa steeds meer een vijandige houding tegen de Koerden aanneemt. Men had
immers het verzoek van Turkije ook gewoon kunnen negeren. Dat is vaker gebeurd,
de mensenrechtensituatie in Turkije staat toch geen uitleveringen toen. Dat het
nu anders liep geeft aan dat Europa weer is teruggevallen op de eerdere houding
van vijandigheid tegenover Koerdische politici.
Dat werpt meteen de vraag op waarom
dit zo is, en ook waarom Europa zo vreselijk stil is gebleven na de aanval op
Afrin, ondanks het feit dat het hier duidelijk om onwettige Turkse agressie
gaat. Niet alleen tegenover de Koerden, maar ook tegenover de Syrische
regering. Het antwoord moeten we zoeken in de situatie in Syrië zelf, en de
houding die de Europese staten in dit conflict innemen. Laten we beginnen met
Europa. Er bestaat geen twijfel aan dat de verhouding tussen Turkije en verschillende
Europese landen de laatste tijd behoorlijk verstoord is geweest. Dat geldt
vooral voor Duitsland en Nederland. Als zo’n situatie optreedt, krijgen de
Koerden altijd wat meer ruimte omdat de Europese regeringen in kwestie Turkije
dwars willen zitten. Echter, zo’n periode duurt altijd maar kort. Ook nu zien
we weer dat zowel Nederland als ook Duitsland proberen om de banden met Turkije
aan te halen. Dat Turkije intussen de meest gruwelijke oorlogsmisdaden pleegt
is dan niet meer van belang. Duitsland heeft zelfs een nieuwe wapendeal met
Turkije gesloten om een Duits-Turkse journalist uit een Turkse gevangenis te
halen. Ook de Nederlandse regering wil geen slecht woord meer horen over de
bloedsultan in Ankara. Dat verklaart deels de recente houding van Europa
tegenover de Koerden. Maar er is nog meer aan de hand.
De huidige ontwikkelingen hangen ook
samen met de Amerikaanse politiek in het Midden Oosten, en de onzekerheid die
hier over bestaat. Het is heel moeilijk om uit te vinden wat de Amerikanen nu
eigenlijk willen. Deels komt dat omdat ze in feite de oorlog in Syrië hebben
verloren, en gelijktijdig heeft het te maken met het beleid van Trump zelf. Dit
beleid verandert bijna per dag en soms per uur. Niemand weet dan ook precies
wat de bedoeling is. De Amerikanen werken in Syrië wel moet de Koerden samen,
maar niet in Afrin omdat men niet in conflict wil raken met NAVO partner
Turkije. De Amerikanen willen wel tegen iedere prijs een aanwezigheid in Syrië
houden, en het lijkt er op dat ze aansturen op een Syrië dat in stukken is
verdeeld. Dit is voor Washington ook het enige haalbare resultaat, omdat de
Syrische regering samen met Rusland grote delen van het land heeft bevrijdt.
Ook in Afrin zijn nu milities aanwezig die samenwerken met de Syrische
regering. Amerika zal dus proberen vast te houden aan de paar gebieden die niet
in handen van Assad zijn.
Het blijft onduidelijk wat voor rol de
Koerden in de Amerikaanse plannen zullen spelen. Deze onzekerheid leidt er toe
dat de Europese landen de Koerden, en de conflicten waar de Koerden bij
betrokken zijn, zo veel mogelijk negeren. Ze volgens immers altijd Washington,
en zolang niet duidelijk is wat de heer en meester precies wil zal men zich
stil houden. Dat is natuurlijk een laffe houding, maar van de Europese staten
zijn we niet anders gewend. Een onafhankelijk standpunt valt van Europa niet te
verwachten. Daarvoor is de Amerikaanse invloed veel te groot. Sommige Europese
leiders mogen dan kritiek op Trump hebben, als het er op aan komt doen ze toch
wat de Yanken bevelen.
Voor de Koerdische organisaties verandert
er dus niet zoveel. De prioriteit blijft om de oorlog gewoon voort te zetten,
zowel tegen de Turken als de islamitische bendes in het gebied, om zo een eigen
toekomst veilig te stellen. Macht gaat altijd samen met kracht, en hoe meer
kracht de Koerden kunnen ontwikkelen, zowel politiek als militair, hoe meer de
grote machten in het gebied rekening moeten houden met de eisen en wensen van
het Koerdische volk. Het blijft een onzekere zaak, maar in dit soort gevallen
is het vertrouwen op eigen kracht de enige werkbare oplossing. Wat je met eigen
handen en eigen bloed hebt gewonnen, kan niemand meer afnemen.