donderdag 14 september 2017

HET KABINET DAT NIEMAND WIL

Ze praten er nu al een half jaar over. De verkiezingen zijn een lang vervlogen herinnering, maar een kabinet zit er nog steeds niet. Ze zeggen dat het zo lang duurt omdat het moeilijk is om er met 4 partijen uit te komen. Alle deelnemers hebben eigen hobby’s en hun eigen speeltjes. Het zou dus kunnen dat het excuus dat we steeds horen klopt. Maar is dat wel zo? Zal er echt veel veranderen als Rutte III eindelijk op de regeringsbanken zit? Als we naar de normale gang van zaken kijken moet je eigenlijk concluderen dat ieder kabinet niet veel meer doet dan kriebelen in de marges. Zal dat met dit kabinet anders zijn?

Als dat er inderdaad van komt kunnen we een wereldwonder toevoegen. Maar die kans is heel erg klein. Want laten we eerlijk zijn, wat kunnen verwachten van VVD, D’66, CDA en de Christen Unie? Eigenlijk gewoon weer het VVD beleid dat we ook in de vorige Rutte kabinetten zagen domineren. Er zal wel een stukje moralisme aan worden toegevoegd, afkomstig uit de duistere kelders van het CDA en de Christen Unie, maar uiteindelijk gaat het bij Rutte altijd om de harde centen. Dat zal ook nu niet anders zijn, want Rutte is de modelwoordvoerder van het kapitalisme. Er komt gewoon een nieuwe ploeg zakkenrollers en dieven om ons te bestelen en te bedriegen. Ze zullen alleen iets schijnheiliger zijn.

De eerste tekenen zijn er immers al. Ondanks de strikte geheimhouding, die steeds om de formatie heeft heen gehangen, is nu al duidelijk dat de zorgpremies en het eigen risico weer omhoog zullen gaan. Dat betekend in feite weer een extra belasting op de gezondheid. Veel mensen zullen verder in de schuld komen, en het aantal mensen dat geen zorg zoekt zal nog toenemen. Op termijn zal dat alleen maar voor grotere problemen zorgen. Zitten de 4 partners in de misdaad daarmee? Helemaal niet, en waarom zouden ze ook? Als de bevriende zorgverzekeraars maar fors blijven verdienen is er voor Rutte en Co geen vuiltje aan de lucht. We zeiden het boven al; het gaat alleen om de harde centen.

En dan zijn er nog de leraren en hun salarisproblemen. Rutte II is hier in de laatste weken nog bijna over gevallen, omdat de PvdA meer geld voor de leraren eiste. Er kwam uiteindelijk een overeenkomst wat meer geld voor de leerkrachten zou moeten opleveren. Maar het is een overeenkomst die gebaseerd is op vertrouwen. Er zijn dus geen harde afspraken gemaakt. De PvdA vertrouwt de VVD en de rest, hopende dat het wel goed zal komen. Hoe naïef kun je zijn? Hebben de sociaal democraten dan niets geleerd van de afstraffing die ze van de kiezers hebben gekregen? Blijkbaar niet. Iedereen weet intussen, op de PvdA na, dat als je de hand van Rutte schudt je je vingers wel tien keer moet natellen. De kans dat er een aantal ontbreken is immers levensgroot. Maar Asscher vertrouwt Rutte, en hij vertrouwt Buma, Pechtold en de minkukels van de Christen Unie. Je vraagt je echt af of deze man wel in het hier en nu leeft. Als Rutte III eenmaal aantreedt komt er weer een tegenvaller tevoorschijn en hebben de leraren het nakijken. Asscher ook, maar wie interesseert dat?

Zo stevenen we af op weer 4 jaar ellende. Misschien dat het feit dat de gesprekken tussen de zogenaamde sociale partners in een mislukking zijn geëindigd nog wat vuur in het geheel kan brengen. Maar ook die kans is niet groot. Met vakbonden die eigenlijk die naam niet mogen hebben, zullen we ook daar wel weer botvangen. Veel hoop op verbetering is er dus niet. Maar, zullen sommige zeggen, de economie doet het toch steeds beter. Er komt meer geld binnen, dus daar moet toch iets te halen zijn. Dat is ook zeker het geval, maar ten eerste is het nog maar de vraag of deze verbetering zich doorzet. Er hoeft ergens op de wereld maar een probleem te ontstaan met een paar banken, zoals in 2008, en het hele kaartenhuis komt weer met een klap naar beneden. Wie dan de rekening gepresenteerd krijgt is niet moeilijk te raden. Ten tweede kun je alleen maar van de winsten mee profiteren als je bereid bent om daar voor te vechten.

En precies daar zit het probleem. De Nederlandse arbeidersklasse is afgeleerd hoe je voor jezelf opkomt. Na jaren van polderen en compromissen sluiten is de reflex om terug te vechten praktisch verdwenen. En zelfs als je zou willen, waar zijn de strijdorganisaties die het verzet moeten organiseren? Stuk voor stuk zijn ze opgedoekt of ingepakt. Het is dus niet alleen zo dat de arbeiders geen stem hebben in het parlement, er zijn ook nog nauwelijks echte wapens om de strijd buiten het parlement mee te voeren.

Als afgelopen dus? Nee, natuurlijk niet. Alles wat is afgebroken kan ook weer worden opgebouwd. Maar dan moeten we wel de illusie loslaten dat er alleen met praten iets te halen valt. Om nog enigszins normaal te kunnen leven zal een keiharde strijd tegen het zootje in Den Haag en tegen het kapitaal gevoerd moeten worden. Een strijd die zal gaan om iedere meter en iedere cent. En we zullen moeten afrekenen met de verraders in de eigen rijen. Al die carrièrefiguren die over onze ruggen groot worden.


Zowel nationaal als internationaal komen er harde tijden aan, waarin alleen strijd en onze eigen kracht de uitkomst kunnen brengen. Daar zullen nog veel mensen aan moeten wennen. De tijd van praten, stemmen en compromissen sluiten is voorbij. Dat weten onze vijanden en tegenstanders al heel lang. Nu zullen ook de arbeiders deze realiteit onder ogen moeten zien. Dat kan beter nu meteen gebeuren, omdat het straks waarschijnlijk te laat is. Het ligt in onze eigen hand. Laten we vooral dat niet vergeten.