donderdag 6 november 2014

DE DOOD VAN EEN GROOTMUIL



Deze week is het precies 10 jaar geleden dat Theo van Gogh werd vermoord In Amsterdam Oost, door de fundamentalist Mohammed B. Zoals gebruikelijk levert zoiets weer een enorme mediahype op waar maar al te vaak de waarheid door in het gedrang komt. Over het algemeen straalt de schijnheiligheid er van af. Van Gogh mag een goed filmmaker zijn geweest, maar dat weegt niet op tegen de schade die hij in de maatschappij heeft aangericht. Net als Fortuyn beweerde Van Gogh dat zijn hoofddoel was om de vrijheid van meninguiting te beschermen. Beiden hadden ook de Islam in het vizier en staken dat niet onder stoelen of banken.

Maar als we nu terug kijken zullen we zien dat wat de beiden heren met vrijheid van meningsuiting bedoelden was; dat iedereen het recht heeft om alle anderen te beledigen, te kwetsen en te vernederen. Er mochten geen barrières meer zijn en alles moest gewoon gezegd kunnen worden. Fortuyn deed dit met het subtiele van de intellectueel, en Van Gogh gebruikte de botte bijl op een manier die gerust als asociaal kan worden aangemerkt. Van Gogh richtte zijn pijlen niet alleen op de Islam, hij zat ook vol antisemitische opmerkingen en commentaren en deed zijn uiterste best om zo veel mogelijk vijanden te maken. Dat is hem dan ook dubbel en dwars gelukt, en net als met iedere provocateur, heeft ook hij daar uiteindelijk de rekening voor gepresenteerd gekregen.

Om de zaak goed te begrijpen moeten we niet vergeten dat provocateurs als Van Gogh en Fortuyn de perfecte speelballen zijn van de heersende klasse. De uitkomst van hun uitspattingen was dat de sfeer in Nederland totaal vergiftigd werd. Iedereen die deze periode heeft meegemaakt zal zich herinneren hoe bepaalde breuklijnen plotseling grote kloven werden, die de maatschappij er echt niet beter op hebben gemaakt. Dat is tot op de dag van vandaag te merken. De erfenis van Van Gogh en Fortuyn moet dan ook zeker als negatief worden aangeduid. Ze waren goed in wiggen drijven, overal waar ze maar kwamen. Tot ze te ver gingen en iemand of iets er een stokje voor stak. Ze hadden hun werk gedaan en waren nu niet meer nodig. Dus moesten ze weg voor het te veel uit de hand ging lopen.

Over de moord op Fortuyn is al veel geschreven, maar ook de dood van Theo van Gogh is niet zo eenvoudig te verklaren als het mag lijken. Voor de Nederlandse staat is het eenvoudig. Mohammed B. was geradicaliseerd en wilde een heldendaad plegen door een vijand van de Islam te vermoorden. Van Gogh paste prachtig in dit profiel. Maar zo eenvoudig is het allemaal niet. Het is intussen een publiek geheim dat Mohammed B. niet alleen heeft gehandeld, die morgen in Amsterdam Oost en ook daarvoor niet. Tijdens het onderzoek was er al sprake van andere personen, maar dat is altijd ontkend en als speculatie weggezet. Zoals het gaat met dergelijke doofpotten, weigeren de geruchten meestal om helemaal te verdwijnen. Ook al gaan er vele jaren overheen. Er blijft altijd iets hangen omdat de zaak niet af is. Er zal nu wel een soort onderzoek komen, maar dat is weer zo beperkt dat het ware beeld waarschijnlijk niet zichtbaar zal worden.

Wat weten we intussen over deze dingen? Mohammed B. had contact met de Hofstadgroep. Over deze groep radicale moslims in vooral Den Haag, is bekend dat de AIVD een grote hand heeft gehad in het opzetten van deze organisatie. Er werden zelfs handgranaten geleverd die uiteindelijk tegen de politie zijn gebruikt. De werkwijze, het zelf opzetten of aanmoedigen van een groep extremisten is een beproefde methode die vooral door de Amerikanen veel is gebruikt. Deze methode is nog steeds erg geliefd en ligt ten grondslag aan het ontstaan van ondermeer de IS. De zaak rond de Hofstadgroep was natuurlijk veel kleiner van omvang, maar het idee er achter is hetzelfde. Men gebruikt extremisten om onrust en angst te veroorzaken en zo harder optreden van de overheid mogelijk te maken.

Er zijn geruchten over de betrokkenheid van de AIVD bij de moord op Van Gogh, maar die zullen tijdens het nieuwe onderzoek zeker niet echt aan de orde komen. De overheid gaat zich immers niet in het eigen vlees snijden. Daar is men veel te slim voor. Politieke moorden zijn in Nederland geen uitzondering, ook nooit geweest. Dat gaat al terug naar het begin van de ontstaansgeschiedenis. Sommige worden echt als moorden geregistreerd, anderen worden als ongeluk of zelfmoord af gedaan. We kunnen hierbij bijvoorbeeld denken aan de dood van Maarten van Traa, PvdA politicus en parlementslid, op de ring bij Amsterdam. Hij kwam om tijdens een eenzijdige aanrijding, die nooit is verklaard. Hij was bezig met onderzoeken naar de opsporingsmethoden van de politie en velen hadden de in druk dat hij “teveel wist”. Hij kende veel vijanden bij de politie, onder informanten en in de onderwereld. Een onderwereld die deels in de bovenwereld is doorgedrongen, aldus Van Traa.

Bij al deze moorden of sterfgevallen zijn er geruchten, beweringen en delen van bewijzen. Maar zij verdwijnen in de grote machines van de overheid, die altijd wel een weg weet om een nieuwe doofpot van start te laten gaan. De kans om slachtoffer te worden van een politieke moord bestaat ook als je geen bekende persoonlijkheid bent. In Nijmegen deed een activist uit de kraakbeweging onderzoek naar de betrokkenheid van de AIVD en de politie bij het opzetten van de Hofstadgroep. Vrienden zeggen dat hij dicht bij een doorbraak was. Op een avond werd hij op straat vermoord. Later gaf men voor dat het om een ruzie met een andere activist ging, maar dat wordt door velen niet geloofd. De lijn en de methode zijn duidelijk; in Nederland mag heel veel, maar een ieder die te dicht bij de geheimen van de staat komt maakt een goede kans om het niet te overleven. In zulke gevallen twijfelt de overheid niet lang.

We zijn dit artikel begonnen met de moord op Van Gogh, en daarvan kunnen we vaststellen dat een grootmuil is heen gegaan die op geen enkele wijze een positieve bijdrage aan de maatschappij heeft geleverd. Wel heeft hij met zijn geschreeuw veel slachtoffers en dus ook vijanden gemaakt. Iedereen mag zelf concluderen of niet dat hij terecht in zijn eigen zwaard is gevallen. Maar los daarvan moeten we goed begrijpen dat dingen vaak heel anders zijn dan men ons doet geloven. Niets is wat het op het eerste gezicht lijkt. Waakzaamheid blijft dus geboden, altijd en overal.