donderdag 10 oktober 2013

De slapende strategen van de SP



Er wordt beweerd dat in een functionerende democratie er ook sprake moet zijn van een oppositie. Immers alleen als er ook een ander standpunt is dan het heersende is het mogelijk om controle uit te oefenen op de machthebbers om zo excessen te voorkomen en een sfeer van eerlijkheid en gerechtigheid op te bouwen. Volgens deze bewering is het belangrijk dat ook het minderheidsstandpunt word gehoord. In feite komt het er op neer dat iedere verhaal twee kanten heeft. Dit is allemaal de theorie, maar als zo vaak verschilt het nog al van de realiteit. Het huidige gekonkel tussen de regering en de zogenaamde oppositie geeft aan dat er van controle niet veel sprake is en dat het veel meer gaat om het feit dat de ene hand de andere wast. Iedereen wil proeven van de vrucht die macht heet en voelt zich dan ook gepast belangrijk. Hierbij spreken we over burgerlijke partijen die allemaal aan de zelfde leidband lopen. Van deze konkelaars heeft de werkende bevolking niets te verwachten.

Maar er was toch ook nog zoiets als de linkse oppositie, of was dit een vergissing? In naam is die oppositie er wel, en dan komen we vanzelf bij de SP terecht. Over GroenLinks hoeven we in deze context helemaal niet te spreken, want die partij is hopeloos verburgerlijkt en ook hopeloos verloren. De conclusie ligt dus voor de hand dat het vuurwerk van de SP moet komen. Laten we eens kijken hoe het met dat vuurwerk staat. Hiervoor kunnen we terugkeren naar de verkiezingscampagne, die eigenlijk al de aanzet was voor wat er verder nog ging komen. In deze campagne zag Emile Roemer zich al als minister president. Hij had de nieuwe gordijnen voor het Torentje nog net niet besteld, maar de stalenboeken lagen al wel op zijn bureau. Immers de SP kon bijna niet meer verliezen. Of toch?

Van echt verliezen was uiteindelijk geen sprake. Maar van winnen ook niet. De SP bleef steken op de 15 zetels die men al had, na een campagne waarin men optrad als een regering in wording in plaats van gewoon de SP te zijn en tegen het beleid van de regering Rutte aan te schoppen. Want laten we eerlijk zijn, van de SP is al jaren ideologisch gezien weinig spannends meer te verwachten, maar schoppen konden ze nog altijd als de beste. Maar dat imago van de actievoerende oppositiepartij moest plaats maken voor de namaakwaardigheid van de staatsman. De partij wilde tonen dat men klaar was voor het pluche. Dat zal allemaal leuk en aardig zijn geweest voor de campagneleiders en journalisten die op dit soort dingen kicken. Maar het werd als totaal verkeerd gezien door grote groepen van SP kiezers, die hun partij niet meer herkenden en niet meer vertrouwden, en dus op safe speelden en maar op de PvdA stemden. Immers als een partij zo snel van jas kan verwisselen, hoe betrouwbaar is zo’n club dan nog?

Voor velen was er van die betrouwbaarheid niets meer over, en daarom ook betaalde de SP een hoge prijs. Wat de opmars naar de macht had moeten worden, werd de afgang naar de oppositiebanken. Oppositie voeren is natuurlijk geen schande, in tegendeel, onder dit verrotte systeem is het zelfs veel beter. Maar als je van te voren denkt dat je al op de hoogste stoel zit, is het wel een afgang als je door de kiezers op deze manier je hok in wordt getrapt. Roemer was sprakeloos en de rest van de SP leed tijdenlang onder een reusachtige kater. Gelukkig waren ze wel zo eerlijk om niet alle schuld bij Roemer neer te leggen, omdat de hele partijtop aan de farce, die de verkiezingscampagne was, had mee gedaan. En dat met totale instemming.

Fouten worden gemaakt en strategieën kunnen tot een nachtmerrie worden. Op zich is dat nog niet erg, als je maar eerlijk naar die fouten wil kijken en er ook iets van leren. Dat blijkt bij de SP jammer genoeg niet het geval. Als er echte lessen waren getrokken uit het fiasco van de verkiezingen had de SP een succes kunnen maken van de oppositie. Maar daar is nog maar weinig van te merken. Nog steeds kijkt men alleen naar de parlementaire weg, zonder ook maar een aanzet te doen om de bevolking tegen de bezuinigingsplannen van de regering te mobiliseren. Eigenlijk is het nog veel erger, want het lijkt er op dat de SP niets anders doet dan achter de PVV van Wilders aan te sukkelen.

De bewijzen liggen voor het oprapen. Al maanden geleden kondigde Wilders aan dat hij in september zou demonstreren tegen de plannen van Rutte II. Deze oproep had natuurlijk van de linkse oppositie moeten komen, en dat had een initiatief van de SP moeten zijn. Uiteindelijk werd men wakker toen Wilders duidelijk maakte dat hij het meende, en de SP ging aan de slag, met ondersteuning van anderen, om de Basta demonstratie in Amsterdam op te zetten. Er kwamen ongeveer 5000 mensen op af, en dat was geen slechte prestatie, maar toch was niet aan het gevoel te ontkomen dat dit alles op de automatische piloot werd gedaan om Wilders geen vrij veld te geven. Het was geen vurige demo, en het was ook zeker niet de start van een ware protestbeweging tegen de megabezuinigingen van de VVD en de PvdA, waar we in de komende jaren allemaal mee te maken zullen krijgen. Voor veel mensen zullen deze bezuinigingen catastrofaal zijn. Dit is geen uit de lucht gegrepen bewering, maar toch verschanste de SP zich meteen na de demo weer in het Haagse parlement.

En opnieuw sukkelde de fractie achter de PVV aan. Eerst besloot de SP om een motie van wantrouwen van Wilders te steunen. Ongehoord als we bedenken dat de demo van de PVV op het Malieveld heeft bewezen dat het om een fascistische partij gaat. Als de SP een motie van wantrouwen wilde, had men er zelf een moeten indienen. En hiermee was het nog niet gedaan, want toen de regering zei dat men met de oppositie om de tafel wilde om de bezuinigingen door de Eerste Kamer te rammen was het weer de PVV die als eerste zei dat de partij niet aan de onderhandelingen zou deelnemen. Pas toen dit publiek werd haastte ook Roemer zich om te roepen dat hij ook niet met de VVD en de PvdA om de tafel wilde. Weer te laat en weer mosterd na de maaltijd.
Je moet je echt afvragen wat de strategen van de SP eigenlijk aan het doen zijn. Zit men te slapen, of denkt de partijleiding nog steeds dat een toekomstige verkiezingsoverwinning alles zal goed maken? Misschien is men gewoon blij met die 24 of 25 zetels in de peilingen. Dat zou betekenen dat de fouten van vorig jaar opnieuw worden gemaakt. En we weten maar al te goed hoe hoog de prijs van die misrekening is geweest. Zeker is nog niet alles verloren. Het kabinet zit nog maar een jaar dus de SP krijgt nog een nieuwe kans om echte oppositie te gaan voeren en niet door te gaan met de politieke eenpansmaaltijd, waar de partij zo krampachtig aan vasthoudt.

Echte oppositie zal betekenen dat de SP terug moet naar de basis en een aanvang moet maken met het opbouwen van een landelijke protestbeweging tegen Rutte II. Dit betekend het verleggen van de prioriteit van het Haagse konkelgebeuren naar het werken onder de massa om zo een beweging op te bouwen die daadwerkelijk wat kan veranderen. De woede onder de mensen is er, en de afkeuring van de huidige politiek ook. Je zou dus zeggen dat de SP alleen maar die open deur hoeft in te trappen. Het echte socialisme hoeven we van de SP niet te verwachten, maar wat echte oppositie zou niet slecht zijn, en misschien een begin. De vraag is of men de politieke moed heeft om dit daadwerkelijk aan te pakken. We zullen het binnen niet al te lange tijd weten, want de klokt tikt.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten