donderdag 11 april 2013

Thatcher dood; een misdadige klassevijand is heen gegaan

Op maandag 8 april overleed Margaret Thatcher, de voormalige Britse minister president, en een van de meest gehate conservatieven leiders ooit. In veel plaatsen in de Britse eilanden werden door slachtoffers en tegenstanders van de zogenaamde “Iron :Lady” feesten gevierd toen bekend werd gemaakt dat er een einde was gekomen aan haar leven. Een leven dat in het teken stond van een meedogenloze onderdrukking van de Britse en de Ierse arbeidersklasse. Thatcher maakte het gat tussen arm en rijk tot een onoverbrugbare kloof en vernietigde hele industrieën, waarbij duizenden arbeidsplaatsen verloren gingen. Zij was aanhanger van het zogenaamde monetarisme, samen met de Amerikaanse havik Reagan, en stond voor het wilde kapitalisme dat alles vernietigd wat geen winst maakt. Van mensenrechten en menselijke waarden had deze kruideniersdochter nog nooit gehoord. Voor haar telde alleen het geld en haar eigen dogma’s, waarbij ze de sterken stelde boven de zwakken. Ze was hiermee niet ver verwijderd van de Nazi ideologie. Voor de vele misdaden die ze heeft begaan is ze nooit berecht en nooit gestraft. De rijken en de parasieten aanbaden haar en de arbeiders en vele anderen spuugde op haar. Zij was iemand die haar eigen land in stukken scheurde en op de achtergelaten puinhopen triomfeerde.

De politieke carrière van Thatcher begon op het ministerie van onderwijs in de conservatieve regering van Edward Heath, waar ze gelijk de eerste haat van velen opwekte door de schoolkinderen van hun gratis schoolmelk te beroven. Hierdoor kreeg ze de bijnaam ‘Thatcher, the milksnatcher’, (Thatcher de melkdief). Het was een bijnaam en een reputatie die ze nooit meer zou afschudden. Later werd ze leider van de conservatieve partij en in 1979 premier. Voor veel mensen was dit het begin van een duistere periode. Thatcher werd het symbool van de rijke en machtigen en gebuikte haar nieuwe macht als een voorhamer tegen de arbeiders en vooral tegen de vakbonden. Ze wilde de macht van de bonden breken en in feiten wilde ze alle arbeidersorganisaties vernietigen. Om dit te doen ontketende ze een offensief tegen de traditionele industrieën die ze als onnodig en achterhaald neerzette. Het ging hierbij om de staal en de scheepbouw industrie, de mijnen en het openbaar vervoer. Haar favoriete wapen was de privatisering. Onder haar regering was alles te koop. Dat dit duizenden mensen werkloos maakten interesseerde haar totaal niet. Volgens haar bestond er geen gemeenschap, alleen maar individuen die moesten doen wat ze gezegd werd, en anders mochten ze verhongeren. Vooral het Noorden van Engeland, Schotland en Wales kregen het hard te verduren. Steden als Liverpool, Glasgow en Newcastle werden door haar tot industriële kerkhoven gemaakt.

Omdat het allemaal al weer wat langer geleden is, is het goed om een aantal misdaden begaan door Thatcher en haar regering voor het voetlicht te halen. Het was niet alleen dat ze de strijd met de vakbonden aanbond, ze voerde ook veel bezuinigingen door die vooral de gewone mensen troffen. Protesten konden niet uitblijven. Er braken begin jaren 80 rellen uit in Southall, Brixton en Tottenham in Londen en in het Toxteth district in Liverpool. Er waren ook kleinere rellen in andere steden waaronder Manchester en Glasgow. Thatcher’s enige antwoord was harder optreden door de politie. Het resultaat was dat veel jongeren de politie als de hoofdvijand gingen zien die met alle middelen moest worden bestreden. In een aantal wijken ontstonden er zogenaamde “No-go areas”, waar de politie geen toegang meer toe had.

De grootste haat had Thatcher tegen de mijnindustrie en toen op haar orders tientallen mijnen dreigde te worden gesloten brak de grote mijnwerkersstaking van 1984 uit. De regering had verwacht dat de staking maar een paar weken zou duren. Immers, er werd gestaakt over arbeidsplaatsen en een toekomst voor de mijnen en de conservatieve regering kon maar niet begrijpen dat daar lang strijd over zou worden gevoerd. Als het om de lonen was gegaan hadden ze het begrepen, omdat ze zelf alleen maar in geld dachten. Maar de mijnwerkers keken er anders na en onder aanvoering van de NUM bond werd er een jaar gestaakt. Dit tot grote woede van Thatcher. Ze stuurde de politie naar de mijngebieden waar regelmatig gevechten uitbraken omdat de politie zich opstelde als of het om een burgeroorlog ging. Stakingsbrekers werden betaald en in Nottinghamshire werd zelfs een onderkruipersbond opgericht. Thatcher zag deze onderkruipers, die hun eigen industrie hielpen vernietigen, als helden.

De strijd was het hardst in Zuid Yorkshire, het grootste kolengebied. De mijnwerkers en hun vrouwen vochten tegen de politie en de stakingsbrekers. Het waren ware veldslagen waarbij de politie optrad zoals de SS in het Derde Rijk. Een jaar werd de staking volgehouden. Toen ging het niet meer. Maar de strijd was een voorbeeld voor links over de hele wereld geworden. Gelijktijdig was Thatcher nu ook gehaat buiten de Britse grenzen. De “Heks van Downing Street” werd overal het niet te verzadigen gezicht van het kapitalisme.

Overigens had de mijnwerkersstaking nog een gevolg wat maar door weinig mensen is gezien. In 1989 kwamen 96 Liverpool voetbalsupporters om tijdens een ramp in het Hillsborough stadion van Sheffield Wednesday. De fans waren naar Sheffield gekomen voor de halve finale van de beker. Omdat het buiten het stadion druk was zette de politie een hek open waardoor de supporters in een veel te klein vak terecht kwamen. Er ontstond een gedrang waarin tientallen mensen stikten of onder de voet werden gelopen. De politie weigerde in eerste instantie om te helpen en 96 mensen kwamen om het leven. De politie van Sheffield was verantwoordelijk voor de ramp, maar ontkende dit op alle mogelijke manieren. Er werd gelogen, verklaringen werden veranderd en samen met politici en de pers werd een campagne gestart om de Liverpool fans de schuld te geven van het drama. Ze werden beschreven als dronken vandalen die hun eigen noodlot hadden veroorzaakt. De leugencampagne werd door Thatcher en haar ministers gedekt en gesteund. Pas in 2012, 23 jaar na de ramp, bracht een onderzoek de ware toedracht aan het licht en werd de naam van de supporters gezuiverd. Veel mensen vroegen zich toen af waarom dit alles zo lang had kunnen duren. Deels is de wortel van dit alles terug te vinden in de grote staking van 5 jaar eerder. Het was de politie van Zuid Yorkshire die toen de mijnwerkers met alle middelen bestreed en er zo voor zorgde dat Thatcher niet door de NUM werd verslagen. Nu, ten tijde van de Hillsborough ramp had de politie van Zuid Yorkshire, die ook verantwoordelijk is voor Sheffield en dus de ramp, de hulp van Thatcher nodig. Onder het motto, de ene hand wast de andere, dekten Thatcher de criminele acties van de politie en was er medeverantwoordelijk voor dat de Liverpool supporters aan alle kanten werden verguisd. Daarom ook was het zo moeilijk om de doofpot open te breken. Dat dit is gelukt is omdat de bevolking van Liverpool het eenvoudig weg niet pikte en 23 jaar campagne heeft gevoerd.

In Liverpool was Thatcher meer dan gehaat. Ze was verantwoordelijk voor de neergang van de stad en de vele bezuinigingen. Ook toen al vocht Liverpool terug, als een van de weinige steden. Het was een ongelijke strijd die niet te winnen was. Maar met Hillsborough ging dat anders. Met de leugens en de achterklap van de politie, de regering en de pers was de bevolking in het hart geraakt. En dat werd niet gepikt. Uiteindelijk moest de huidige conservatieve premier Cameron vorig jaar zijn excuses aanbieden voor wat de Liverpool fans, en zo de hele stad, was aangedaan. Het was de complete vernedering voor de conservatieven, die dachten dat de zaak al lang vergeten was.

Ook in Noord Ierland liet Thatcher haar sporen na. Tijdens de Republikeinse hongerstaking van 1981 in de Maze gevangenis van Belfast, weigerde Thatcher de gevangenen politieke status te geven. Als gevolg hiervan stierven 10 hongerstakers waaronder Bobby Sands, die ondertussen als parlementslid was gekozen. Onder Thatcher was er een schietbevel in Noord Ierland die het de politie en de troepen mogelijk maakte om verdachten zonder pardon dood te schieten. Dit bevel gold zelfs buiten de grenzen. In Gibraltar liet Thatcher in 1988 de SAS drie ongewapende IRA leden, waaronder Mairead Farrell, op straat doodschieten. Getuigen zeiden dat het een pure executie was.

Dit zijn maar een paar voorbeelden van de vele misdaden begaan door de zogenaamde “Iron Lady”. Het is dan ook niet verwonderlijk dat haar dood in een aantal kringen voor een feeststemming zorgden. Het is alleen jammer dat het allemaal zo lang heeft geduurd. Toen de IRA het Grand Hotel in Brighton opblies, tijdens de conservatieve partij conferentie in 1984, overleefde Thatcher. Dat hadden velen graag anders gezien. Maar nu is er dan toch een einde gekomen aan het leven van een vijand van de arbeidersklasse die dit lot al veel eerder had verdiend.

Ze zal met staatseer worden begraven. Geen wonder, het systeem beloont altijd haar bloedhonden. Of zoals onze Belgisch kameraden deze week schreven; “Hoe groter de smeerlap, hoe groter de staatsbegrafenis.” Maar in Liverpool, het hele Noorden en zeker in de voormalige mijngebieden, is er menig biertje gedronken op de dood van deze harteloze heks. Een feestvierder zei het eigenlijk in een zin: “Ze mag nu de hel gaan privatiseren.”

Geen opmerkingen:

Een reactie posten