De SP onderhoud al jaren goede banden
met de Koerden en de Palestijnen in Nederland. Er wordt steun gegeven aan
demonstraties, woordvoerders spreken op bijeenkomsten en er zijn vaak
onderlinge contacten en overleggen. Dit soort solidariteit is in feite twee
richtingsverkeer. De partij, in dit geval de SP, hoopt tijdens verkiezingen
steun te krijgen van bijvoorbeeld de Koerden en de Palestijnen. De bewegingen
in kwestie kunnen via zo’n partij vragen laten stellen in het parlement of
andere contacten aanknopen met de overheid, die anders moeilijk en stroperig
zouden zijn. Iedereen wint hier dus bij, zou je zeggen.
Maar er is ook een problematische
kant. Zolang de betrokken partij geen kans maakt op regeringsdeelname loopt het
allemaal nog wel los. Maar als dit plotseling verandert en een partij als de SP
misschien wel de grootste wordt, zijn dit soort relaties op een zeker moment
lastig. Zo werd de SP er van beschuldigd tijdens de campagne dat het steun zou
geven aan de Koerdische PKK. Immers, zo is de redenering, wie steun geeft aan de
Koerden geeft ook automatisch steun aan de PKK. Dan komen er nog wat foto’s uit
de hoge hoed waarbij partijwoordvoerders staan afgebeeld met PKK vlaggen en de
pers heeft weer iets ontdekt om wat schade aan te richten.
Dit soort dingen veroorzaakt bij de betrokken
partij meteen paniek. Als je mogelijk de grootste wordt kun je je niet meer
permitteren om met een organisatie als de PKK in een adem genoemd te worden.
Het antwoord van de SP kwam dan ook onmiddellijk. Zowel Harry van Bommel als
Saadet Karabulut werden voor de camera gesleept om bij hoog en bij laag te
beweren dat de PKK een terroristische organisatie is, waar zij nooit steun aan
hebben gegeven. Beiden wilden duidelijk maken dat ze altijd alleen maar
vreedzame middelen hebben gesteund om de Koerdische kwestie op te lossen. Een
opluchting voor het campagneteam. Maar wel woede en onbegrip bij de Koerdische
gemeenschap omdat een partij die steeds als een vriend werd gezien zich nu
tegen de Koerden leek te keren.
Dit alles is het gevolg van een misverstand.
Veel mensen in de bewegingen en gemeenschappen die een vrijheidsstrijd voeren
nemen aan dat wat steun van parlementaire partijen in Europa meteen betekend
dat deze partijen hun volledige steun zullen geven aan de organisaties die deze
strijd voeren. Dat zal nooit gebeuren. Parlementaire partijen werken binnen het
systeem en accepteren dus ook de regels van dit systeem. Anders zouden ze
binnen dit kader niet kunnen functioneren. Deze partijen, ook als ze zich
radicaal links noemen, zullen nooit een gewapende strijd steunen, omdat zo’n
strijd kan leiden tot een nederlaag voor het systeem. Om stemmen te winnen
zullen ze zich wel met de betrokken gemeenschappen inlaten en op die manier ook
steun geven. Dat is zonder meer bruikbaar onder bepaalde omstandigheden, maar
alle bewegingen die dit soort relaties opbouwen moeten realiseren dat er een
grens is waar de parlementaire partijen nooit overheen zullen gaan. Voor
revolutionaire partijen ligt dit anders.
Parlementaire partijen maken geen
onderscheid tussen revolutionair geweld voor de bevrijding van het volk en
terroristisch geweld dat zich vaak tegen het volk richt. Voor hen is alle
geweld dat niet door de staat en dus het systeem wordt toegepast automatisch
terroristisch geweld. Ze accepteren immers het kapitalistische systeem en dus
ook het geweldsmonopolie dat door de staten van dit systeem wordt opgeëist.
Hier en daar zullen er wat grijze gebieden zijn, maar over het algemeen keren
parlementaire partijen zich tegen iedere vorm van gewapende strijd, zelfs als
die strijd wordt gevoerd om het volk tegen repressie te verdedigen.
Revolutionaire partijen strijden voor
het omverwerpen van het systeem en accepteren dat daarbij in sommige gevallen
gebruik gemaakt moet worden van gewapende strijd. De meest wenselijke methode
is het omverwerpen van het systeem door massa actie van het volk, aangevoerd
door de revolutionaire partij. Maar massa actie zal bijna altijd geweld door de
krachten van het systeem oproepen en dan kan alleen revolutionair geweld het
volk en de revolutie beschermen. Een partij die op deze basis werkt is er in
Nederland nog niet.
Tot dit wel het geval is zullen
bewegingen en gemeenschappen dus zaken moeten doen met de gevestigde partijen.
Een goede leidraad is dat bijna alle linkse partijen in Europa sociaal
democratisch zijn. Echte en duurzame steun voor een bevrijdingsstrijd is er van
deze partijen niet te verwachten. Daarvoor hebben ze te veel te verliezen. Als
ze te ver gaan in hun steun zullen ze door de staat meteen op de vingers worden
getikt. Dit geeft ook duidelijk aan dat sociaal democratische partijen noot een
echte bijdrage kunnen leveren in het bevrijden van de arbeidersklasse en de
groepen die hier omheen zitten. Want waar nu de bevrijdingsbewegingen tegenaan
lopen zullen ook de arbeiders problemen mee krijgen als ze verwachten dat de
betrokken partijen een andere wereld zullen scheppen. Dat kunnen ze niet en
willen het ook niet. Daarom zal de sociaal democratie nooit een leidende rol in
de klassenstrijd kunnen spelen. Men zal altijd uiteindelijk de kant van het
kapitalisme kiezen. Dat moet iedereen zich goed realiseren.
Dus hoe ga je hier mee om? Moet je
helemaal niets te maken willen hebben met dit soort partijen? Lenin heeft
altijd duidelijk gemaakt dat jezelf naar binnen afsluiten contra productief is.
Je raakt geïsoleerd en dan is het sektarisme niet ver meer. Dat is niet in het
belang van de verschillende bewegingen en gemeenschappen, en ook niet in het
belang van de arbeidersklasse. We moeten werken en contact onderhouden met verschillende
partijen en organisaties om de weg vrij te maken voor een revolutionaire partij
die zich aan het hoofd van de strijdbeweging kan plaatsen. Als deze partij er
is en de situatie is juist kunnen we de machtsvraag stellen. Dan bestaat ook de
mogelijkheid dat er gebruik gemaakt moet worden van geweld om de oude heersers
te verdrijven en de nieuwe maatschappij te verdedigen en uit te bouwen. De huidige heersers gebruiken iedere dag geweld om hun macht te behouden. Het hele kapitalisme is gebouwd op geweld en uitbuiting. Miljoenen mensen hebben hierdoor al het leven verloren. En dan hebben we het nog niet eens over de vele oorlogen die onderdeel uitmaken van het systeem. Tot het juiste moment komt moeten we samenwerken met hen die dingen tenminste nog een beetje beter kunnen maken. Maar we moeten ons altijd realiseren dat dit soort coalities tijdelijk zijn en niet de volledige oplossing. Als we onze ogen open houden en vasthouden aan onze ideologie hebben we niets te vrezen. Net als alle andere systemen is het kapitalisme eindig. En het lijkt er steeds meer op dat dit einde zich binnen niet al te lange tijd zal aandienen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten