donderdag 25 oktober 2012

Van onderdrukkers en onderdrukten

In de tweede helft van de 19de eeuw schreven Marx en Engels over de onderdrukte en de onderdrukkende naties in Europa. Daar tussen in waren nog een aantal naties die niet zelf onderdrukten, maar die zich wel lieten gebruiken als verlengstuk van de onderdrukkende naties. Voor Marx en Engels was de grootste onderdrukkende natie het Rusland van de Tsaar. Dit reusachtige land had een super rijke bovenlaag en het volk was gedompeld in de bitterste armoede. Ook deden de tsaren hun best om de bevolking zo dom en achterlijk mogelijk te houden. Het buitenlandse beleid van de Tsaren was er steeds op gericht om iedere poging, waar dan ook in Europa, om volkeren te bevrijden en emanciperen hardhandig de kop in te drukken.

Het was dan ook niet verwonderlijk dat Marx en Engels prioriteit gaven aan het omver werpen van het Tsarenrijk en veel bewegingen steunden die er op waren gericht om de kleinere landen uit de greep van de Tsaar te bevrijden. Andere onderdrukkende naties in Europa waren Groot Brittannië, Duitsland en ook Frankrijk. De onderdrukte naties waren ondermeer Polen en Hongarije. Pogingen van de volkeren in deze landen om hun eigen weg te gaan werden bloedig neergeslagen. Ook Nederland werd tot de onderdrukkende landen gerekend omdat Nederland een aantal koloniën bezat en er niet voor terug schrok om ook daar met harde hand de Nederlandse belangen te vestigen.
Over de jaren hebben veel landen zich uit deze toestand bevrijdt en is er veel meer democratie ontstaan. Een grote omslag was de revolutie in Rusland in 1917 die tot de geboorte van de Sovjet Unie leidde. Door de twee wereld oorlogen werden de kaarten in Europa opnieuw geschud en ontstond er een lappendeken van verschillende naties die wel samen werkten, maar toch ook hun onafhankelijkheid behielden. Vooral het bestaan van de Sovjet Unie en de angst voor dit machtige land onder de heersers in Europa gaf de arbeidersbeweging in het hele Westen de mogelijkheid om eisen te stellen en verworvenheden binnen te halen.

Op dit moment zien we in Europa weer het beeld ontstaan van onderdrukkende en onderdrukte landen. De onderdrukte landen zijn dit keer Griekenland, Spanje, Italië en Portugal. Deze zuidelijke landen zijn tot armoede gedreven door de Europese Unie en het IMF, met de Eurozone als fysieke uitdrukking van deze onderdrukking. Het was altijd duidelijk dat de beschreven landen niet in staat zouden zijn om aan alle eisen van de Eurozone te voldoen. Toch werden zij toegelaten zodat de Europese Unie haar macht ook in zuid Europa kon laten gelden. De heersende klassen van deze landen speelden het spel mee omdat ze er zelf enorm veel beter van werden. De volkeren zijn nu het slachtoffer van dit alles. Zij worden door de EU en het IMF onderdrukt en zijn door hun eigen heersers verraden. Heersers die nu weer collaboreren om de verstikkende bezuinigingen door te drukken. Dubbel verraad dus. Niet verwonderlijk, maar wel een schande.
Wie zijn nu in deze tijd de onderdrukkende landen. Zonder lang denken kunnen we meteen naar het Duitse imperialisme wijzen. Er bestaat geen twijfel aan dat Duitsland via de EU, en de financiële mechanismen die hiermee verbonden zijn, wil bereiken wat het in twee wereld oorlogen niet is gelukt. Namelijk macht krijgen over heel Europa. Hier en daar wordt nu al gesproken over een Vierde Rijk in navolging van Hitler’s Derde Rijk, en deze observatie zou wel eens niet zo ver van de waarheid kunnen liggen. De Duitse leider Merkel is er in geslaagd om aan vele landen haar wil op te leggen en de conservatieve agenda uit te voeren. Ook nu weer zijn er landen die als verlengstuk van de machtigen optreden. Daaronder valt ook Nederland. Op de Duitse TV werd na de recente verkiezingen gezegd dat Rutte de meest vergaande bondgenoot van Merkel is.

Toch is het helemaal niet zeker dat het Duitse imperialisme er in zal slagen om de conservatieve agenda volledig uit te voeren. De ogen van de volkeren zijn open gegaan en de tegenstand tegen de vele bezuinigingen neemt met de dag toe. De Europese media proberen de berichten over opstanden en protesten te dempen of neer te zetten als de acteis van een paar raddraaiers. Maar de werkelijkheid is anders.
Toen Merkel midden oktober naar Athene ging om haar macht te tonen gingen duizenden mensen de straat op om tegen haar beleid en haar aanwezigheid te protesteren. De straten van Athene waren vol, ondanks het feit dat de autoriteiten alle demonstraties hadden verboden. De bevolking liet zich hierdoor niet afschrikken. Natuurlijk waren er ook gevechten met de fascistische politie, maar niet daar in lag de kracht van het protest, maar in de enorme aantallen mensen die bereid waren om deel te nemen aan door de autoriteiten illegaal verklaarden demonstraties. Daar in lag de overwinning op Merkel, die met haar gezedenpreek resoluut de deur werd gewezen. De Griekse bevolking maakte op allerlei manieren duidelijk dat met niet op een tweede Hitler zat te wachten.

Ook in andere landen wordt nu naar de ware schuldigen van de crisis gewezen, en daarbij komt het Duitse imperialisme steeds op de eerste plaats. Als het Duitse imperialisme denkt dat het Europa zo maar kan overwinnen zal het nog voor een aantal verrassingen komen te staan. Wel is belangrijk dat we steeds in de gaten houden dat niet de volkeren tegen over elkaar komen te staan. We moeten ons verzetten tegen het Duitse imperialisme en de conservatieve agenda, maar niet tegen het Duitse volk. Ook in Duitsland wordt bezuinigd en is de werkloosheid torenhoog. Ook daar leven miljoenen mensen in armoede. Ook zij hebben dezelfde vijanden. Een van de oprichters van de KPD (Communistische Partij van Duitsland) aan het begin van de vorige eeuw, Karl Liebknecht, zei ooit: “De vijand staat in eigen land”. Voor het Duitse volk geldt deze uitspraak nu weer meer dan ooit.
Er zullen mensen zijn die zeggen dat Duitsland toch een democratisch land is en dat het dus wel niet zo’n vaart zal lopen. Dat is een foute gedachte. Er werd ooit ook gezegd dat een land met zo’n hoogstaande cultuur als Duitsland nooit een barbaar als Hitler aan de macht zou laten. We weten nu dat ook dat een verkeerde inschatting was. Een inschatting die miljoenen het leven heeft gekost. De aanvallen op linkse partijen in Duitsland nemen nu al toe. Soms gebeurt dit door extreem rechtse knokploegen, maar soms neemt het ook een heel andere vorm aan.

Ook hiervoor levert het bezoek van Merkel aan Athene een goed voorbeeld. Tijdens het bezoek reisde Bernd Riexinger, een van de leiders van Die Linke, ook naar de Griekse hoofdstad. Niet om Merkel te steunen, maar om aan de demonstraties tegen Merkel deel te nemen en zijn solidariteit te tonen met de Griekse arbeiders. Dagenlang werd hij door de Duitse pers aangevallen omdat hij Merkel in de rug zou hebben gestoken. Hij werd in sommige kranten neergezet als een soort landverrader. Alleen omdat hij zijn mening duidelijk wilde maken en tonen dat niet heel Duitsland achter de omhooggevallen predikantendochter staat. De democratie in Duitsland staat dus maar op wankele voeten.
Het is goed om te zien dat veel volkeren in Europa nu de dreiging zien en zich er niet bij neer leggen. Dat men de straat op gaat en misschien binnenkort de opstand zal ontketenen. Daarvoor is eenheid nodig. We schreven het al eerder, hulp aan Griekenland is niet meer geld storten in failliete banken, maar samen met de Grieken en de andere onderdrukte volkeren de strijd aan gaan tegen de dictaten van Brussel en het Duitse imperialisme. Kortom; organiseer en sla terug!!

donderdag 18 oktober 2012

Meneer Europa, de gokverslaafde alcoholist

Het begon allemaal vele jaren geleden. Meneer Europa had toen een goede baan als hogere beambte bij een ministerie wat er niet toe doet. Hij verdiende behoorlijk, had een vrouw een huis en zelfs twee kinderen. Hij was niet rijk, maar ook niet arm en het leven was goed. Maar Meneer Europa had ambitie. En hij had een concurrent. Net tegenover hem, aan de andere kant van het water woonde een familielid die Uncle Sam heette. Uncle Sam woonde in een enorm huis dat witte muren had en zo’n grote tuin dat er drie tuinmannen in verdwaald waren die men nooit meer had teruggezien. Voor Meneer Europa was Uncle Sam eerst een voorbeeld, maar later een obsessie. Waarom kon zijn familielid zich alles permitteren terwijl hij altijd moest oppassen? Dat ging hem over de jaren steeds meer dwars zitten.

Op een dag leek in de situatie verandering te komen. Op het ministerie werd bekend gemaakt dat er een nieuwe werkgroep opgericht zou worden die uiteindelijk een nieuwe afdeling zou worden. Het doel; het invoeren van een nieuwe munt die de Knudde zou gaan heten. Op zich interesseerde Meneer Europa deze munt weinig, tot hij ontdekte dat hij in de werkgroep plaats mocht nemen, en later leider van de nieuwe afdeling zou worden. Dit betekende promotie en een fikse salaris verhoging. Meneer Europa duizelde als hij aan dit alles dacht. Zou hij toch zijn droom nog kunnen waarmaken? Zou hij toch nog eens net zo succesvol worden als die oude vrek aan de overkant van het water?
Meteen na dat hij het goede nieuws ontvangen had belde hij zijn vrouw, die er met gepaste trots op reageerde. Maar Meneer Europa dacht meteen verder. Dit was zijn moment. Iemand had ooit eens gezegd dat iedereen recht had op 15 minuten in de zon. Voor Meneer Europa was de zon nu begonnen met schijnen. Tenminste, daar ging hij vanuit. Hij moest zijn moment nu pakken, meteen toeslaan. Hij belde zijn makelaar en gaf hem het bevel om het mooiste en het grootste huis voor hem aan te kopen dat nu op de markt te vinden was. De makelaar aarzelde tot hij het nieuwe salaris van Meneer Europa hoorde. Op dat moment won zijn geldgier het van zijn voorzichtigheid, en hij stemde in. Meneer Europa belde ook de bank en regelde een mega hypotheek. Ook de bankier aarzelde, maar ook bij hem won de geldgier het van zijn voorzichtigheid en hij stemde in.

In de 2 weken die volgde tekende Meneer Europa het contract plus hypotheek en betrok een reusachtig huis, dat weliswaar nog niet zo groot was als het huis aan de overkant van het water, maar het ging in die richting. En misschien in de toekomst…….wie weet. Hij moest en zou zijn droom uitvoeren. Voor 2 weken leefde Meneer Europa als een prins en genoot van het leven. Maar toen, het was op een vrijdag, ging er een schok door het ministerie. Lagere ambtenaren die een salaris vermindering waren opgedrongen om voor de invoering van de nieuwe werkgroep en dus ook de Knudde te betalen, gingen in staking. Ze pikten het niet dat zij aan de bedelstaf zouden eindigen terwijl een paar uitverkorenen er met de buit vandoor gingen. Eerst dreigde het ministerie met ontslag, maar de ambtenaren opperde plannen voor een bezetting en dat was teveel voor het hoofd van de dienst. Hij liet een memo uitgaan waarin stond dat de werkgroep en de nieuwe afdeling niet door gingen. De Knudde, nou ja, daar zou nog wel eens een onderzoekje naar gedaan worden. Meer zat er nu niet in. Onderaan het memo stond dik gedrukt dat hiermee alle promoties en verhogingen waren teruggedraaid.
Toen Meneer Europa deze woorden op zijn computerscherm las zat hij stokstijf. Eerst dacht hij dat het een grap of een vergissing was. Maar dit bleek niet het geval. Het was de bittere, koude waarheid. Hij verliet zijn werkplek en liep naar buiten. Hij moest nadenken. Dit kon toch allemaal niet waar zijn. Van zijn gewone salaris kon hij de nieuwe hypotheek nooit betalen. Hij zat tot over zijn oren in de schulden, en nu moest hij zijn vrouw ook nog vertellen dat het allemaal niet door ging. Nee, het kon niet waar zijn. In gedachte zag hij ook Uncle Sam grinniken aan de andere kant van het water. Hij moest er niet aan denken. Er moest een oplossing zijn, maar wat? Eerst maar niets zeggen en tijd winnen.

Toen hij die avond naar huis reed passeerde hij een casino dat de naam “Kapitaal” droeg. Hij stopte en keek naar het gebouw met de flitsende lichten. Dat kon de oplossing zijn, maar hij aarzelde nog. Weer zag hij het grinniken van die oude vrek aan de overkant. Hij stapte kordaat uit en ging het casino binnen. Hij zou er een vaste klant worden. In het begin leek het allemaal goed te gaan. Hij won regelmatig aan de roulettetafel en als het zo door ging zou hij zijn nieuwe leven niet hoeven op te geven. Hij ging van het casino houden en het personeel zag hem graag komen. Maar al snel kwam de tegenwind. Hij verloor, steeds opnieuw. En zelfs als hij wat won dwong de speelzucht hem om het meteen weer in te zetten, wat meestal weer verlies betekende. Hij werd er wanhopig van en werd nu ook vaste klant bij de slijter. De wodkafles kon tenminste nog wat gouden randjes aan zijn inktzwarte dagen geven.
In zijn reusachtige huis stapelde zich de rekeningen op. De bank deed moeilijk over de hypotheek en zijn schuldeisers werden steeds brutaler. Tegen zijn vrouw deed hij net of er niets aan de hand was. Ze merkte wel dat haar man steeds vreemder begon te doen. Maar ze genoot van haar grote huis en de rest van de luxe, dus sloot ze haar ogen. Een veel voorkomend fenomeen in de familie Europa. Meneer Europa werd intussen steeds wanhopiger, en ook de flessen wodka die hij naar binnen werkte namen voordurend toe. Hij zag nog maar een uitweg. Hij moest een flinke som geld bij elkaar brengen en dan in het casino een grote slag slaan. Dat werd zijn nieuwe obsessie. Als hij maar een keer groot kon winnen zouden als zijn problemen voorbij zijn.

Hij leende overal geld bij vrienden, met beloftes dat hij binnen enkele dagen zou terug betalen. Toen kwam de grote avond. Nu zou hij zijn slag slaan. Nog een keer, een keer de grote overwinning binnen slepen. Hij noemde het zijn Euro-top. In het casino gooide hij alle remmen los. Hij zette al het geld dat hij had op nummer 26, zijn geluksnummer. Het kleine balletje zweefde over de nummers, het rolde langzamer. Meneer Europa zag zijn nieuwe toekomst al in de verte aan de horizon verschijnen. Langzaam rolde het balletje richting zijn nummer. Hij was zeker dat het zou lukken, en toen: op precies nummer 25 kwam het balletje tot stilstand. In een slag was al het geld verdwenen. Meneer Europa voelde hoe hij in de afgrond zakte. Over, afgelopen, uit.
Zo als was te voorspellen landde Meneer Europa in de goot. Hij verloor zijn huis, zijn vrouw liep weg en zijn kinderen wilden hem niet meer zien. Het ministerie had hem al lang buiten de deur gewerkt. Hij werd zwerver en speelbal van iedereen om hem heen. Soms, als hij in de avond in zijn woondoos onder de brug lag keek hij nog even over de rand naar het grote witte huis van Uncle Sam aan de overkant. Uncle Sam was zijn mislukte neef al lang vergeten en Meneer Europa wist het nu; Europa zou in de wereld nooit iets betekenen, de grootheidswaanzin had alles vernietigd. Van super status naar de totale ondergang. Het oude gezegde bleef waar; hoogmoed komt voor de val.

donderdag 11 oktober 2012

De machtsvraag

In veel Europese landen hebben linkse partijen op een of andere manier banden met bevrijdingsbewegingen in andere delen van de wereld. Dat is ook juist en maakt onderdeel uit van de internationale solidariteit. Toch zijn er kanten aan deze zaak die vaak niet goed worden begrepen, noch door de partijen, noch door de aanhangers van de bewegingen waar men solidair mee is. Dit werd opnieuw zichtbaar tijdens de recente verkiezingscampagne, vooral met betrekking tot de SP.

De SP onderhoud al jaren goede banden met de Koerden en de Palestijnen in Nederland. Er wordt steun gegeven aan demonstraties, woordvoerders spreken op bijeenkomsten en er zijn vaak onderlinge contacten en overleggen. Dit soort solidariteit is in feite twee richtingsverkeer. De partij, in dit geval de SP, hoopt tijdens verkiezingen steun te krijgen van bijvoorbeeld de Koerden en de Palestijnen. De bewegingen in kwestie kunnen via zo’n partij vragen laten stellen in het parlement of andere contacten aanknopen met de overheid, die anders moeilijk en stroperig zouden zijn. Iedereen wint hier dus bij, zou je zeggen.
Maar er is ook een problematische kant. Zolang de betrokken partij geen kans maakt op regeringsdeelname loopt het allemaal nog wel los. Maar als dit plotseling verandert en een partij als de SP misschien wel de grootste wordt, zijn dit soort relaties op een zeker moment lastig. Zo werd de SP er van beschuldigd tijdens de campagne dat het steun zou geven aan de Koerdische PKK. Immers, zo is de redenering, wie steun geeft aan de Koerden geeft ook automatisch steun aan de PKK. Dan komen er nog wat foto’s uit de hoge hoed waarbij partijwoordvoerders staan afgebeeld met PKK vlaggen en de pers heeft weer iets ontdekt om wat schade aan te richten.

Dit soort dingen veroorzaakt bij de betrokken partij meteen paniek. Als je mogelijk de grootste wordt kun je je niet meer permitteren om met een organisatie als de PKK in een adem genoemd te worden. Het antwoord van de SP kwam dan ook onmiddellijk. Zowel Harry van Bommel als Saadet Karabulut werden voor de camera gesleept om bij hoog en bij laag te beweren dat de PKK een terroristische organisatie is, waar zij nooit steun aan hebben gegeven. Beiden wilden duidelijk maken dat ze altijd alleen maar vreedzame middelen hebben gesteund om de Koerdische kwestie op te lossen. Een opluchting voor het campagneteam. Maar wel woede en onbegrip bij de Koerdische gemeenschap omdat een partij die steeds als een vriend werd gezien zich nu tegen de Koerden leek te keren.
Dit alles is het gevolg van een misverstand. Veel mensen in de bewegingen en gemeenschappen die een vrijheidsstrijd voeren nemen aan dat wat steun van parlementaire partijen in Europa meteen betekend dat deze partijen hun volledige steun zullen geven aan de organisaties die deze strijd voeren. Dat zal nooit gebeuren. Parlementaire partijen werken binnen het systeem en accepteren dus ook de regels van dit systeem. Anders zouden ze binnen dit kader niet kunnen functioneren. Deze partijen, ook als ze zich radicaal links noemen, zullen nooit een gewapende strijd steunen, omdat zo’n strijd kan leiden tot een nederlaag voor het systeem. Om stemmen te winnen zullen ze zich wel met de betrokken gemeenschappen inlaten en op die manier ook steun geven. Dat is zonder meer bruikbaar onder bepaalde omstandigheden, maar alle bewegingen die dit soort relaties opbouwen moeten realiseren dat er een grens is waar de parlementaire partijen nooit overheen zullen gaan. Voor revolutionaire partijen ligt dit anders.

Parlementaire partijen maken geen onderscheid tussen revolutionair geweld voor de bevrijding van het volk en terroristisch geweld dat zich vaak tegen het volk richt. Voor hen is alle geweld dat niet door de staat en dus het systeem wordt toegepast automatisch terroristisch geweld. Ze accepteren immers het kapitalistische systeem en dus ook het geweldsmonopolie dat door de staten van dit systeem wordt opgeëist. Hier en daar zullen er wat grijze gebieden zijn, maar over het algemeen keren parlementaire partijen zich tegen iedere vorm van gewapende strijd, zelfs als die strijd wordt gevoerd om het volk tegen repressie te verdedigen.
Revolutionaire partijen strijden voor het omverwerpen van het systeem en accepteren dat daarbij in sommige gevallen gebruik gemaakt moet worden van gewapende strijd. De meest wenselijke methode is het omverwerpen van het systeem door massa actie van het volk, aangevoerd door de revolutionaire partij. Maar massa actie zal bijna altijd geweld door de krachten van het systeem oproepen en dan kan alleen revolutionair geweld het volk en de revolutie beschermen. Een partij die op deze basis werkt is er in Nederland nog niet.

Tot dit wel het geval is zullen bewegingen en gemeenschappen dus zaken moeten doen met de gevestigde partijen. Een goede leidraad is dat bijna alle linkse partijen in Europa sociaal democratisch zijn. Echte en duurzame steun voor een bevrijdingsstrijd is er van deze partijen niet te verwachten. Daarvoor hebben ze te veel te verliezen. Als ze te ver gaan in hun steun zullen ze door de staat meteen op de vingers worden getikt. Dit geeft ook duidelijk aan dat sociaal democratische partijen noot een echte bijdrage kunnen leveren in het bevrijden van de arbeidersklasse en de groepen die hier omheen zitten. Want waar nu de bevrijdingsbewegingen tegenaan lopen zullen ook de arbeiders problemen mee krijgen als ze verwachten dat de betrokken partijen een andere wereld zullen scheppen. Dat kunnen ze niet en willen het ook niet. Daarom zal de sociaal democratie nooit een leidende rol in de klassenstrijd kunnen spelen. Men zal altijd uiteindelijk de kant van het kapitalisme kiezen. Dat moet iedereen zich goed realiseren.
Dus hoe ga je hier mee om? Moet je helemaal niets te maken willen hebben met dit soort partijen? Lenin heeft altijd duidelijk gemaakt dat jezelf naar binnen afsluiten contra productief is. Je raakt geïsoleerd en dan is het sektarisme niet ver meer. Dat is niet in het belang van de verschillende bewegingen en gemeenschappen, en ook niet in het belang van de arbeidersklasse. We moeten werken en contact onderhouden met verschillende partijen en organisaties om de weg vrij te maken voor een revolutionaire partij die zich aan het hoofd van de strijdbeweging kan plaatsen. Als deze partij er is en de situatie is juist kunnen we de machtsvraag stellen. Dan bestaat ook de mogelijkheid dat er gebruik gemaakt moet worden van geweld om de oude heersers te verdrijven en de nieuwe maatschappij te verdedigen en uit te bouwen.

De huidige heersers gebruiken iedere dag geweld om hun macht te behouden. Het hele kapitalisme is gebouwd op geweld en uitbuiting. Miljoenen mensen hebben hierdoor al het leven verloren. En dan hebben we het nog niet eens over de vele oorlogen die onderdeel uitmaken van het systeem. Tot het juiste moment komt moeten we samenwerken met hen die dingen tenminste nog een beetje beter kunnen maken. Maar we moeten ons altijd realiseren dat dit soort coalities tijdelijk zijn en niet de volledige oplossing. Als we onze ogen open houden en vasthouden aan onze ideologie hebben we niets te vrezen. Net als alle andere systemen is het kapitalisme eindig. En het lijkt er steeds meer op dat dit einde zich binnen niet al te lange tijd zal aandienen.

donderdag 4 oktober 2012

De grote Europese leugen

We hadden het al eerder voorspeld, Europa en de Europese Unie spelen een steeds grotere rol in de dagelijkse politiek. Hierdoor zijn ook een aantal dingen de ronde gaan doen, die in feite niet waar zijn. De politici van de meeste partijen in binnen en buitenland schrikken er niet voor terug om met complete leugens, hun steun aan de EU, de eenwordingsgedachte en de Euro uit te spreken. Zo wordt beweerd dat mocht Nederland de Euro en de EU verlaten de Nederlandse economie zou instorten. Onzin, want Nederland is al eeuwen een export en handelsland geweest en dit zal echt niet stoppen als de EU verlaten wordt. De goederen en diensten zullen nog steeds dezelfde afnemers vinden. Immers waar vraag is, is ook handel.

Verder wordt beweerd dat we intussen ook niet meer zonder de Euro verder zouden kunnen. Ook dit is niet waar, want Groot Brittannië heeft vastgehouden aan het Pond, en dit is geen enkel probleem gebleken. Sommige politici laten het zelfs zo overkomen als of er geen leven meer zou zijn na de EU. Ook dit is onzin. Nederland en andere huidige EU landen deden het prima zonder de Unie en ook na de Unie zal het geen probleem zijn. We zullen alleen een stuk goedkoper uit zijn.
Waar komt dan al deze onzin vandaan, en hoeft heeft het zo ver kunnen komen? Het laatste punt nemen we eerst. De Europese Unie en eerder de EEG hadden bij het ontstaan in feite twee doelen; de onderlinge handel bevorderen en voorkomen dat er opnieuw een oorlog in Europa zou uitbreken. Binnen de kapitalistische gedachtegangen was hier niets mis mee. Maar nog niet zo lang geleden werd het proces in rap tempo verder gezet en kreeg als einddoel een Europese superstaat, waar aan alles ondergeschikt zou zijn.

Voor dit proces werd een agenda ontwikkeld die er op was gericht Europa tegen 2010 zo in te richten dat het Europese continent volledige kon concurreren met de Verenigde Staten van Amerika. Om dit te bereiken moest er bezuinigd worden, en moest er ook veel meer macht naar Brussel. Dat zou immers de slagkracht bevorderen en een einde maken aan de obstakels vaak opgesteld door de individuele landen. Verder moest alles teruggebracht worden naar het laagste niveau. Alleen zo zou concurreren mogelijk zijn. Zo werd het mes in heel veel dingen gezet, lang voordat de huidige crisis een feit was. De crisis begon immers pas in 2008. Dat er dus al voor de crisis schrikbarende bezuinigingen werden opgelegd lijkt iedereen nu vergeten te zijn.
Ook de Euro kwam als uitdrukking van deze eenheidsgedachte. Omdat dit alles ruim voor 2010 gehaald moest worden, werd er vaart achter gezet, en natuurlijk werden hierdoor grote fouten gemaakt. Het bleek onmogelijk alle neuzen dezelfde kant op te krijgen, en er was geen rekening mee gehouden dat de EU landen enorme verschillen vertoonden in werkwijze, financiën en regeringsystemen. Dit was in zo’n kort tijdsbestek nooit weg te werken. Toch werd er doorgezet, tegen beter weten in. Konden sommige landen niet mee komen op financieel gebied, werden er gewoon meer leningen verstrekt.

De schulden van veel landen groeide niet met de dag, maar met de minuut. In 2008 kwam dan de explosie, en de miljarden verdampten. Het hele proces lag van de rails, maar de trein denderde gewoon verder. Precies op dit punt zitten we nu, niet omdat de zuidelijke landen hun budgetten niet op orde konden krijgen, maar omdat het hele proces met een noodgang is doorgedreven om de grote winsten binnen te halen. Winsten die nooit realiteit werden.
Dan het tweede punt; waarom houden de politici met hun leugens de schijn op? Het antwoord is niet moeilijk te vinden. De angst voor een volledige mislukking is zo groot dat niemand durft te zeggen wat iedereen eigenlijk allang weet. De Europese Unie en het gedachtegoed dat er achter zit zijn failliet, en dat zal ook niet meer veranderen. De trein raast met grote snelheid op de buffers toe, maar niemand durft aan de noodrem te trekken, omdat dan het hele kapitalistische kaartenhuis in Europa in zal storten.

Dus sluit men de ogen, en hoopt men met leugens en noodgrepen het tij te keren. Ze weten dat dit niet kan, maar dat andere, de dreigende afgrond, is zo angstaanjagend dat niemand er over na wil denken. Dus worden de schroeven nog meer aangedraaid en worden hele gemeenschappen in de armoede gestort. Allemaal voor niets, want het zal niet helpen. In tegendeel, de ellende wordt alleen maar groter. Zelfs de meeste achterlijke zakenman investeert niet in een failliete boedel. Maar dat is precies wat de EU politici wel doen, iedere dag, met onze centen. Wij mogen betalen en verder toekijken, want ons wordt nooit iets gevraagd.
Waar ligt dan het antwoord op al deze ellende? In de makkelijke antwoorden van de opportunisten en de fascisten die met hun benauwend nationalisme buitenlandse kapitalisten aanvallen en de eigen kapitalisten verdedigen? Nee, zeker niet. Als revolutionairen zijn wij internationalisten. Maar dat betekend niet dat we geen oog hebben voor nationale belangen. Dit is een onderdeel van het Marxisme dat een beetje in de vergetelheid is geraakt. Marx en Engels spraken zich uit voor de nationale belangen van Duitsland en Polen om de macht van Tsaristisch Rusland aan te pakken en uit te schakelen. Dit is geen nationalisme, maar een vorm van patriottisme die tot een groter doel moet leiden.

De arbeidersklasse in een bepaald land zal zich in eerste instantie met de eigen rechten bezig houden, dus de strijd aangaan met de plaatselijke heersers. Als deze heersers verslagen zijn komt er ruimte voor het kijken over te grenzen. Dan komen de gemeenschappelijke belangen met de andere arbeiders wereldwijd op de agenda. Zo groeit het internationalisme dat deel uit maakt van het socialisme. Dit is een proces waar te vaak overheen is gekeken, en op deze manier zijn veel arbeiders van het socialisme vervreemd.
Hoe moet het dan nu verder? Europa in zijn geheel de rug toekeren is geen oplossing. Maar in de samenwerking en de samensmelting moet het vooral gaan over de sociale en culturele noodzaken van samenwerken en samen leven. De huidige EU systemen gaan alleen over geld en financiële macht. Dit moet compleet verdwijnen. Een les van de huidige toestand is dat de landen in Europa te grote verschillen kennen om tot een eenheidsstaat te worden. Met een land als de VS is niet te concurreren. Dat is grootheidswaanzin die haar wortels vindt in Berlijn en Parijs.

Het Europa van de banken en het grote geld willen we niet. Wij willen een Europa van vrije samenwerkende volkeren. Geen druk en geen dwang. Verschillen kunnen niet worden uitgewist, en misschien moeten we dat op een aantal terreinen ook helemaal niet willen. Verschillen kunnen wel minder belangrijk worden in de loop van tijd. Dat is een proces dat niet te voorspellen is. Dit Europa van de vrije volkeren is een eerste stap naar een socialistisch Europa waar de belangen van de werkende mensen voorop staan. Ook in dat Europa zullen nog verschillen zijn. Maar dat mag, en er zal ruimte voor zijn. Van onderdrukking en oplegging, zoals nu gebeurd door Brussel, is dan geen sprake meer.
En het grote geld zal geen rol meer spelen. Dit mag klinken als een paradijs of een utopie, maar dat is het beiden niet. We zullen er allemaal keihard aan moeten werken, maar we zullen er ook de vruchten van plukken. Dus sta op voor het Europa van de volkeren en tegen het Europa van de banken. Pas dan is onze toekomst verzekerd.